VERVOLG
Zo geef je de fles
tekst AMBER BOOMSTRA - fotografie IMKA WESTERHUIS
Voorbereiden
Vaak is standaard zuigelingenvoeding prima. Komen allergieën in je familie voor of zijn er andere bijzonderheden, dan kun je met de verloskundige, je kraamzus of het consultatiebureau overleggen of er speciale voeding nodig is. Over het algemeen geldt de regel dat je pas iets over de werking van een voedingssoort kunt zeggen als het minimaal twee weken is gebruikt. De eerste twee weken na de geboorte is het raadzaam niet van voeding te veranderen, tenzij er een medische indicatie voor is. Het klaarmaken van kunstvoeding is een precies werkje. Baby’s hebben nog weinig weerstand, dus het is belangrijk om zorgvuldig en hygiënisch te werk te gaan.
Groeicurve
De groeicurve van baby’s die kunstvoeding krijgen, is anders dan voor kindjes die de borst krijgen. Kinderen die kunstvoeding krijgen, groeien de eerste vier tot vijf maanden vaak wat langzamer en daarna krijgen ze – in vergelijking met baby’s die borstvoeding krijgen – een groeispurt.
'Het bereiden van kunstvoeding is een precies werkje'
Exclusief moment
Bij borstvoeding delen moeder en kind een exclusief moment dat alleen voor hen samen is weggelegd. Het voordeel van kunstvoeding via de fles is dat ook de vader vanaf het begin bij het voeden kan worden betrokken. Ook grootouders, familie of vrienden kunnen de fles een keer geven, maar wees daar in de eerste maanden terughoudend mee. Voedingsmomenten zijn bij uitstek geschikt om zelf contact te maken met jullie kindje, elkaar te leren kennen en in te spelen op de behoeften. Want voor de baby zijn naast voeding ook aanraking en persoonlijke aandacht heel belangrijk. Bij het geven van kunstvoeding is huidcontact niet zo vanzelfsprekend als bij borstvoeding, maar wel net zo fijn. Daarom is het goed om regelmatig zo te voeden dat jij en baby huid op huid contact maken. Het maakt jullie beide rustig en weerbaar tegen stress.
'Naast voeding is ook aanraking en persoonlijke aandacht heel belangrijk'
Vraag & aanbod
De eerste fles met kunstvoeding bied je kort na de geboorte aan. De meeste pasgeborenen hebben om de twee à drie uur behoefte aan een voeding. Je zult de signalen steeds beter leren herkennen: zuig- en smakgeluidjes, op de handjes sabbelen, zoekend het hoofdje draaien of met de armpjes maaien. Wacht liever niet tot je baby (hard) huilt. Om ook ’s nachts goed te kunnen inspelen op de behoeften van je kindje, kun je het zeker de eerste zes weken – liefst een half jaar of nog wat langer – bij je op de kamer leggen.
Voedingshouding Op schoot voeden draagt bij aan het gevoel van verbondenheid en vertrouwen. Bovendien is het veilig, omdat de baby zich dan niet zo snel kan verslikken. Zorg dat je ontspannen zit en gebruik eventueel een voedingskussen om je armen en rug comfortabel te ondersteunen. Door je ene been over het andere te slaan, kun je de baby extra ondersteunen: ligt de baby op je linkerarm, sla dan je rechterbeen over het linker (en vice versa bij voeden op de rechterarm). Afwisselen voorkomt dat je baby een voorkeurshouding ontwikkelt en stimuleert om het hoofdje naar beide kanten te draaien. Je kunt je benen ook op een voetenbankje of verhoging zetten en je baby recht voor je op schoot leggen, met de beentjes omhoog tegen je buik. Zo ligt je kindje in een ronde houding en kun je bovendien goed contact maken.
Drinken en boeren Als je baby goed bij je ligt, raak dan de lipjes met de speen aan. Zodra het mondje open gaat, leg je de speen op de tong. Het is belangrijk dat de speen tijdens het voeden steeds gevuld is met melk, zodat je kindje niet teveel lucht binnen krijgt. Een voeding duurt ongeveer twintig tot dertig minuten. Doet je baby er langer over, dan kan je de dop iets losser draaien of een andere speen kiezen met een groter gaatje. Laat hem of haar in ieder geval niet langer dan een half uur drinken. Het kan prettig zijn je baby tussendoor een boertje te laten doen, want bij drinken uit een fles komt meer lucht binnen dan aan de borst. Om die reden is een boertje ná de voeding altijd nodig. Houd je baby dan even rechtop. Het kan zijn dat samen met de lucht ook ‘een mondje melk’ terugkomt. Dat is normaal, omdat een babymaagje nog niet goed is afgesloten.