Kraamzorg na een keizersnede

Als je een keizersnede hebt gehad, duurt het herstel langer dan bij een normale bevalling. Probeer voldoende bedrust te nemen om de wond te laten herstellen. Bukken, tillen, autorijden en fietsen zijn ­belastende bewegingen voor de wond. Als je nog vloeit, raden we je af om in bad te gaan, te zwemmen, gemeenschap te hebben of tampons te gebruiken.

Naar huis!

De voorwaarde voor ontslag uit het ziekenhuis is dat jij en je baby in goede conditie zijn. Het ontslag gaat altijd in overleg met de gynaecoloog en de kinderarts. Na ontslag neemt de verloskundige de verantwoordelijkheid voor jou en je baby over van het ziekenhuis. Houd er rekening mee dat je minder uren kraamzorg krijgt als je langer in het ziekenhuis ligt. In sommige gevallen wordt de kraamzorg thuis verlengd, hiervoor moet de verloskundige haar toestemming geven. Tijdens de kraamtijd komt de verloskundige meerdere keren bij je thuis om te controleren of alles goed gaat.

Luister naar je lichaam

Het is belangrijk om goed naar je lichaam te luisteren. Het is normaal dat je sneller moe wordt en minder aan kunt dan normaal gesproken. Het beste is om toe te geven aan de moeheid en extra rust te nemen. Je lichaam geeft aan wat je wel en niet kunt. Een beetje pijn mag, maar wanneer je de volgende ochtend nog met pijn opstaat, dan heb je de vorige dag waarschijnlijk te veel gedaan.

Wondverzorging

Als je uit het ziekenhuis wordt ontslagen, heb je meestal al geen pleister meer op de wond. De wond is mooi droog en lekt niet meer. Mocht de wond nog lekken, verschoon dan de pleister na het douchen. Als de wond niet meer lekt, is het raadzaam om de pleister eraf te laten en aan de lucht te laten drogen. De hechtingen zijn in het ziekenhuis meestal al verwijderd. Is dit niet gebeurd, dan verwijdert de verloskundige de hechtingen thuis. Het is ook mogelijk dat je oplosbare hechtingen hebt.

Kraamzorg

Kun je jezelf fysiek nog niet redden, bijvoorbeeld na een keizersnede, dan kun je maximaal 10 uur extra kraamzorg krijgen (2 uur per dag). Dit wordt in overleg met de verloskundige bepaald. De ervaring leert dat jouw verloskundige en kraamverzorgende al in een vroeg stadium in de kraamperiode anticiperen op een eventueel benodigde verlenging van kraamzorg, om jou zo de beste zorg te kunnen bieden waar je recht op hebt.