Uit balans
De geboorte van je baby is een mooie, maar ook ingrijpende gebeurtenis die de nodige spanning met zich mee kan brengen. Daarnaast zijn er ook veranderingen in je hormoonhuishouding, waardoor je je emotioneel niet in balans voelt. Ook de andere gezinsleden moeten hun plekje vinden in de nieuwe samenstelling.
De beruchte kraamtranen komen vaak los op de derde of vierde dag na de bevalling. Soms is het gevoel na een dag weer voorbij, maar heel vaak kun je je ook de dagen daarna nog emotioneel uit balans voelen. Dat hoort er allemaal bij en is niet iets om je voor te schamen. Praat er juist over, met je partner, verloskundige, familie of een goede vriendin. Dat lucht op en zorgt voor (h)erkenning. Samen kunnen jullie zoeken naar de juiste balans.
Vraag hulp! Vraag familie of vrienden of ze een handje willen helpen met huishoudelijk klusjes, of op de kleine willen passen zodat jij even kunt bijslapen. Wanneer je uitgerust bent, voel je je vaak stukken beter.
Geen roze wolk Juist als je om je heen hoort dat je vooral moet genieten van die bijzondere kraamtijd, kan het je aanvliegen. Genieten?! Een baby die je volle aandacht vraagt, een lichaam dat moet herstellen van de bevalling, hormonen die nog door je lijf gieren, misschien een rondrennende peuter in huis en een huishouden dat je graag een beetje netjes wilt hebben voor de kraamvisite. En dan ook nog een kraamverzorgende die na een dikke week de deur weer achter zich dichttrekt. De kraamtijd, of beter: het eerste jaar, is topsport. Jij moet wennen aan de baby en een nieuw ritme, de baby moet zijn draai vinden buiten de baarmoeder. Dat kleine mensje is afhankelijk van jou. Het is normaal dat je schrikt van die verantwoordelijkheid. Daardoor kun je rare dingen denken. Soms vliegt het verantwoordelijkheidsgevoel je naar de keel. Dat hebben veel moeders. Uiteindelijk gaan die stemmingswisselingen over. Hoe meer de buitenwereld jou op die roze (of blauwe ;-) ) wolk wil zetten, hoe langer jij die roze wolk ziet verkleuren tot ‘ie donkerder en donkerder wordt. Zo had je je het misschien niet voorgesteld. Maar: je bent echt niet de enige met deze gevoelens. Sterker nog: ruim 15 procent van de pasbevallen vrouwen voelt zich somber. Uiteindelijk gaan die gevoelens weg. Het is een kwestie van tijd. Als je je lange tijd niet jezelf voelt, als de stemmingswisselingen overheersen, of de liefde voor je kind niet zo snel groeit als je verwacht had, is het goed om hulp te zoeken. Praat erover met je naasten en maak een afspraak bij de huisarts. Ook bij de nacontrole (na zes weken) bij verloskundige of gynaecoloog kun je aangeven hoe je je voelt. Het gaat niet alleen om de bevalling en het herstel van de hechtingen, maar ook de mentale gesteldheid.
Wanneer je uitgerust bent, voel je je vaak stukken beter.
Tip
Neem je partner mee naar de nacontrole. Hij kan vaak goed aangeven wat hij aan veranderingen merkt en ziet aan jou.
Na een paar maanden is het tere en kwetsbare van een baby minder. Je kleintje gaat brabbelen en voor je het weet, zet je baby zijn eerste stapjes. Tegen die tijd kun je je waarschijnlijk niet meer voorstellen dat je ooit geen kind had!